Dropping
Zaterdagavond was meteen een intensieve avond, want de dropping stond op het programma. De kinderen werden ergens in de omgeving van Weert gedropt en moesten de weg naar de blokhut terugvinden. Dit uiteraard zonder de hulp van de meelopende smurfen.
Soms was het makkelijk: Xavi liep een heuvel op, herkende een restaurant en wist meteen welke kant ze op moesten lopen. Ze zouden dan ook direct naar de blokhut zijn gelopen, ware het niet dat ze in het zicht van de blokhut een straat te vroeg afsloegen. Ze realiseerden echter snel hun fout en waren nog steeds in recordtijd terug op de blokhut.
Soms had het makkelijk kunnen zijn, maar pakte dat toch niet zo uit. Het groepje van Sem, Joep, Aryun, Alex en Cathelijne werd uitgelegd dat ze alleen maar rechtdoor hoefde te lopen, echter besloten ze dat ze toch beter linksaf konden gaan. Om heel eerlijk te zijn was het niet helemaal onlogisch dat ze aan de uitleg twijfelden omdat ze meerdere keren om de weg hadden gevraagd en de helft van de tijd werden gestuurd naar de blokhut waar ze gedropt waren, in plaats van de blokhut waar ze naar toe moesten.
En soms ligt het toch echt aan de skills van de kinderen. Het groepje van Anuraag, Jonne, Daniël, Zjuul en Koen vond een kaart. Daarop zagen ze dat ze het spoor konden volgen naar Weert. Dan moet je alleen wel de juiste kant op lopen… Na 2,5 km kwamen ze erachter dat ze de verkeerde kant op liepen en toen moesten ze dus weer 2,5 km teruglopen om terug te komen waar ze eerst waren.
De oudste groep werd het verste weg gedropt en moest dus op papier het verst lopen. Zij werden ‘ondersteund’ door Mopper en Klungel. Die hadden zich voorgenomen helemaal niets over de route los te laten, ondanks dat zij de omgeving op hun duimpje kennen. Zodoende was de eerste hint de auto van Babysmurf vooral niet te volgen, want dat zou te makkelijk zijn.
Vol goede moed ging de groep van start in Tungelroy. De eerstvolgende halte werd Stramproy, waar de kinderen bij het lokale café vrolijk werden aangemoedigd door de lokale clientèle. Vanuit daar marcheerden de kinderen dapper verder. Het asfalt werd vervangen door grind, het werd steeds donkerder en opeens stonden er elektriciteitspalen langs de weg. De oplettende lezer maakt hieruit op dat de kinderen de eerste 7 kilometer van hun queeste niet bijster succesvol waren. Dat werd pijnlijk duidelijk toen de kinderen een kaart vonden, waaruit bleek dat er nog minstens 12 kilometer te wandelen was.
De eerste tussenstop op de nieuwe, verbeterde route was Stramproy. Aldaar waren dezelfde cafégangers nog altijd aanwezig en vonden ze het, en na de verhalen aangehoord te hebben, een goed idee als we met z’n allen even zouden uitrusten op het terras. Daar konden zelfs de immer strenge Mopper en Klungel geen nee tegen zeggen. Een colaatje verder gingen de kinderen weer op pad. Kilometer na kilometer ging voorbij, maar de kinderen gaven geen krimp. Eenmaal in Weert aangekomen kende Amber de kortste route naar de blokhut en hoefden ieders voeten niet nog verder op de proef te worden gesteld. Alles bij elkaar hebben de kinderen een route van ruim 18 kilometer gelopen (en dat is dan zonder heen en weer rennen) en waren ze om kwart over 3 terug. Dat er die dag geen kampvuur meer was, was voor dit keer geen probleem.