Zondagavond was het tijd voor de quiz. Dit was onze eigen kempenkampquiz.
Bij deze quiz werden er niet alleen vragen gesteld. Er waren ook allerlei spellen waarin de teams tegen elkaar streden.
De vier teams zaten ieder aan een tafel. Voor ieder spel werd de categorie verteld. Daarna mochten ze een deel van hun verdiende geld inzetten. Als het goed uitpakte kregen ze veel geld extra, maar ze konden hun geld net zo goed verliezen.

1e ronde: Vraag en antwoord
Er werd een vraag gesteld en ieder team schreef op wat ze dachten dat het antwoord was. De vragen waren zo gemaakt dat er altijd een getal als antwoord uitkwam. Het groepje dat het dichtst in de buurt van het antwoord zat, won. Bovendien waren het vragen waar de kinderen het antwoord nooit konden weten en ze het puur op inschattingsvermogen moesten doen. Zo dachten “De Bewakers” dat de bloemenveiling in Aalsmeer (het grootste gebouw van Nederland) een totaal grondoppervlak van 3000m2 had.

2e ronde: Spelling bee
Dit was een spel dat vaker terugkwam. Iedere keer moest het team twee kinderen naar voren sturen die een woord moesten spellen. We begonnen bij de jongste en eindigde bij de oudste, terwijl de woorden steeds moeilijker werden. Zo kregen de jongste kinderen woorden als giraf en vraagteken. En mochten we Marc verblijden met het woord “przewalskipaard”.

3e ronde: Jenga
Dit voor iedereen bekende spel werd hier in het groot uitgevoerd. Ieder team stuurde iemand naar voren en diegenen moesten om de beurt een blok uit de toren halen. Als je dan een blokje pakt dat ontzettend vast zit, heb je toch echt pech en trek je met je blokje de hele toren om.

4e ronde: Hints
Ieder team stuurde iemand naar voren die voorwerpen uit ging beelden. De rest van het team had twee minuten de tijd om zoveel mogelijk voorwerpen te raden.
Je hebt alleen een probleem als je team maar niet kan bedenken dat je een koffer aan het uitbeelden bent.

5e ronde: Verjaardagsspel
Bij dit spel ging van ieder groepje iemand naar het midden van de ruimte, waar vier stoelen in een cirkel stonden. Eén iemand kreeg een waterballon. Toen de tijd startte moest diegene de waterballon boven zijn hoofd houden. Daarna werden er vragen gesteld. Was het antwoord goed, dan ging de ballon door naar de volgende. Toen de tijd om was, sloop Ruimtesmurf met een punaise achter Vincent, die op dat moment de ballon vasthad, en prikte de ballon door.

6e ronde: Spelling bee

7e ronde: Touwtjespringen
Ieder team stuurde iemand naar voren die een minuut ging touwtjespringen. Toen Diana er veel meer dan de rest had, was het duidelijk wie er het meest geoefend had.
8e ronde: tv-serie-intro’s
In deze ronde moesten de groepjes raden welke serie bij het intro hoort dat afgespeeld wordt. Alle groepjes hadden een grote knop waar ze op moesten drukken op het moment dat ze het wisten. Het ging vaak zo snel dat de groepjes het apparaat niet geloofden als zij niet aan de beurt waren. Ook werd bij dit spel duidelijk dat Marijn een enorme Pokémon fan is, doordat hij binnen een seconde het goede antwoord wist.

9e ronde: Jenga

10e ronde: Rijtjes
Bij deze ronde werd er een top zoveel gevraagd. De teams moesten zoveel mogelijk goede antwooren opschrijven.

11e ronde: Spelling bee

12e ronde: Logo’s
In deze ronde konden de teams logo’s zien en raden bij welk bedrijf of product ze hoorden.

Na iedere twee rondes kwam er een SMURFO-ronde. Deze ronde bestond uit een bonusvraag waarbij de teams weer de rode knop mochten gebruiken. Als ze de vraag goed beantwoordden kreeg het team 10 SMURFO’S